De beelden van Marc Janssens passen in de Belgische figuratieve traditie. Het werk toont verwantschap met de beelden van José Vermeersch, Carmen Dionyse en Panamarenko. Zijn bekendheid in de keramiek wereld is nog niet zo groot en vanzelfsprekend. Wellicht omdat zijn werk niet keramisch oogt maar ook omdat hij zichzelf niet specifiek als keramist manifesteert.
Het onderwerp van Janssens is de mens. Elk beeld is uniek en heeft een eigen karakter en sfeer. Op een bescheiden manier weet hij telkens een indringend beeld te scheppen. Hierbij maakt hij meestal gebruik van verschillende materialen die hij toevoegt aan de basis; een mensbeeld van klei.
Zijn mensfiguren manifesteren zich in verschillende formaten; van levensgroot tot beelden van 25 cm. hoog. De algemene uitstraling van de beelden is een weerloosheid in combinatie met zelfbewustheid. Al zien zijn beelden er soms weerzinwekkend uit, deze mensen zijn niet zielig. Getroffen door een of ander lot ondergaan ze die situatie gelaten.
Elk beeld wordt van klei gemaakt, gebakken en beschilderd. Dit schilderen is meer dan alleen verf opbrengen; soms worden er ook materialen toegevoegd die de huid en de ogen van het beeld benadrukken. De gebruikte kleuren zijn altijd aardetinten die goed combineren met ijzer, hout en allerlei ander materialen die toegevoegd worden.
Het beeld wordt vaak in een context geplaatst. Die context kan velerlei zijn en is met regelmaat maatschappij kritisch. Zo zien we de consumptiemaatschappij terug en is er een hele serie werken ontstaan na het bekend worden van het misbruik binnen de katholieke kerk. Een deel van zijn werken laat echter ook de mens als overlever zien. De mens die tegen de stroom in probeert te winnen en werkelijk in dromen gelooft.